Krimpcafé Eemsdelta: een impressie

21 november 2013, een stralend zonnige dag in Delfzijl. Mooi moment voor het Krimpcafé over de aanpak van de Eemsdelta.

KKNN-coördinator Angelique van Wingerden heet een kleine 200 aanwezigen welkom in het sfeervolle Molenberg-theater van Delfzijl. Een dag dus die begint op het rode pluche, maar ook nog naar buiten zal voeren voor excursies – om weer binnen te eindigen met vier thematische workshops. Bijzonder is dat het Krimpcafé dit keer aan één gebied is gewijd: de Eemsdelta. Niet geheel toevallig valt het café samen met de ‘Eemsdeltadag’ die vandaag voor het eerst wordt georganiseerd en waarin betrokken partijen laten zien hoe met de gevolgen van bevolkingsdaling wordt omgegaan. Van Wingerden wijst ook op de noordelijke kennisagenda krimp, die anderhalf jaar geleden werd gepubliceerd en nu een actualisering heeft ondergaan. ‘Er gebeurt heel veel, het denken over krimp staat niet stil. Nieuwe vragen dienen zich aan, zoals bijvoorbeeld over de rol van de overheid en de toegang van bewoners in een krimpgebied tot mobiliteit. Vraagstukken die beantwoord moeten worden om weer een stap verder te komen.’

Dat die stappen wel degelijk gezet worden, blijkt uit de opening van Rika Pot, burgemeester van Appingedam en voorzitter van de Stuurgroep Wonen en Voorzieningen Eemsdelta. ‘Het Woon- en Leefbaarheidplan (WLP) voor de Eemsdelta heeft het licht gezien, nu is het zaak elkaar goed op de hoogte te houden van de voortgang’, aldus Pot. Tijdens het allereerste Krimpcafé van het KKNN stond het WLP ook op de agenda: ‘Toen was het vooral een aanpak-verhaal, inmiddels kunnen we de eerste projecten en resultaten laten zien.’ Het denken over krimp ontwikkelt zich inderdaad snel, zo geeft de burgemeester aan: ‘In 2008 gingen we van start; toen dachten we dat vooral gemeenten en corporaties aan zet waren om de krimp te “reguleren”. De inkt van dat voornemen was nog niet droog of we wisten: we moeten verbreden naar andere sectoren. En we moeten denken en doen combineren: ziedaar het startpunt voor het WLP.’ Krimp is volgens Pot een thema waar je voortdurend bovenop moet blijven zitten: ‘Er gebeurt van alles om ons heen: verhuurdersheffing voor corporaties, de participatiemaatschappij, de transities in het sociale domein. Vanuit het kader dat nu staat – het WLP – kunnen we deze ontwikkelingen beoordelen.’ Pot benadrukt dat met de uitvoering van projecten inmiddels is begonnen: ‘De centrumontwikkeling van Delfzijl en de aanpak van Middelstum-Centraal gaan nu echt los, gesteund met financiële bijdragen uit het gebied. Dat zijn hoogtepunten die we vandaag met elkaar willen vieren. Laten we elkaar vooral ook inspireren om gezamenlijk verder te werken aan de toekomst van dit bijzondere gebied.’

De stand van het gewas

Enno Zuidema, projectleider uitvoering WLP, neemt het stokje over. Zijn eerste oneliners zeggen al veel: ‘In 2013 gaan we van denken naar doen. En we komen ver, maar kunnen het niet alleen.’ Hij zal er in het vervolg van zijn presentatie op terugkomen. Zuidema schetst in grote lijnen de vernieuwende aanpak die in dit deel van Nederland is ontwikkeld om de gevolgen van bevolkingsdaling te begeleiden. ‘De samenwerking tussen 35 partijen maakt dat mogelijk; een coalitie waarbij verder wordt gekeken dan de individuele belangen.’ Inzet is het behoud en versterking van de leefbaarheid in een gebied met een weids landschap, 50 dorpen en steden en allerlei bijzondere plekken. ‘Een prachtig gebied, met bijzondere gemeenschappen die er iets van proberen te maken.’

Image

Uit de gegevens omtrent bevolkingsafname, vermindering beroepsbevolking en de combi ontgroening/vergrijzing blijkt dat de urgentie groot is. Voorzieningen schalen op en concentreren zich, leegstand en verloedering doen zich voor (‘gelukkig niet op veel plekken’), er is sprake van sociaal-economische achterstanden en de kwaliteit van wonen en woonomgeving staat onder druk. Tegen die achtergrond hebben de opstellers van het WLP vier fundamentele keuzes gemaakt. Het zijn keuzes die door de bewoners nadrukkelijk worden onderschreven, aldus Zuidema:

– het WLP zet niet op ‘terugkomers’, maar op mensen die nu al in het gebied wonen. Zij moeten hier lang kunnen blijven wonen;

– in vitale gemeenschappen wordt – meer dan nu het geval is – voor elkaar gezorgd. Sociale cohesie is van groot belang;

– voorzieningen worden gericht geconcentreerd, afgestemd op de behoeften van bewoners, kwaliteit is belangrijk;

– de kwaliteit van woningen en woonomgeving wordt verbeterd.

Aan krimp kan niet worden gepland, het kan wel worden gevolgd. ‘Dat leidt tot een ruimtelijke hoofdstructuur in het gebied waarin we verschillende kernen onderscheiden: woondorpen, centrumdorpen en regionale centra.’

Om te onderstrepen dat er in het gebied nu al veel gebeurt, laat Zuidema een aantal voorbeelden van projecten in uitvoering zien. Zoals een nieuwe brede school die in Appingedam wordt gebouwd. Maar ook de aandacht voor ouderenzorg in relatie tot het wonen: ‘Ontzorgen en socialiseren moeten hand in hand gaan. Een keer in de week naar de markt kunnen gaan voor een praatje is net zo belangrijk als de inhoud van het zorgpakket.’ Ook de aanpak van de winkelgebieden is een onderwerp waarop al veel gebeurt en dat geldt evenzeer voor de herstructurering van de woningvoorraad. ‘Over de duim gerekend kom ik al snel tot 140 projecten die de laatste tijd in uitvoering zijn genomen. En daarbij tel ik allerlei lokale initiatieven – bijvoorbeeld op het gebied van zorg – nog niet mee. Is dat alles? Nee, gelukkig niet. Er zijn ook nog allerlei initiatieven van burgers en maatschappelijke organisaties. Voorbeelden: het Groen voor Rood-project in Delfzijl, de Steunstee in Roodeschool, de zorgcoöperatie in Loppersum, dorpshuis ’t Zandt, de samenwerkende basisschool Wirdum-Garrelsweer. Conclusie: er kan meer dan we soms denken en er wordt heel goed samengewerkt.’

Het enthousiasme ten spijt: niet alles kan nog ter hand worden genomen. Zuidema: ‘Op het totale programma rust nog een tekort van 55 miljoen euro en dat zijn dan nog alleen de overheidsinvesteringen. De effecten daarvan zijn heftig.’ Er liggen nog grote opgaven die aangepakt moeten worden, zoals de aanpak van de particuliere woningvoorraad. ‘Hier moeten we de komende tijd onze tanden in gaan zetten. Jullie denkkracht is daarom hard nodig!’ Waarmee Zuidema de brug slaat naar de workshops van deze middag: daar wil de organisatie – al crowdsourcend – goede ideeën ophalen. Maar eerst is het tijd om het gebied te gaan verkennen.

Excursie Opwierde

Herman Wessels (gemeente Appingedam) en Frank van der Staay (woningcorporatie Marenland) nemen de groep op sleeptouw door de wijk waar de helft van alle ‘Damsters’ woont: Opwierde. Sinds 2002 is hier een vernieuwingsoperatie gaande, die de eerste vruchten duidelijk zichtbaar heeft afgeworpen. 650 woningen zijn inmiddels gesloopt, 350 zijn er teruggebouwd. Ook is de winkelstructuur aangepast; het winkelstripje met vijftien winkels is gesaneerd en de winkeliers zijn – met uitzondering van C1000 en de snackbar – in winkelcentrum Overdiep herplaatst. De openbare ruimte die overbleef wordt nu met de bewoners opnieuw ingericht.

Image

Bijzonder is de rol van de Molukse gemeenschap in de wijk. Het eerste Molukse kerkje van Nederland is hier gebouwd en inmiddels uitgeroepen tot Rijksmonument. De Adamistraat waar veel Molukse huishoudens woonden in goedkope rijtjeswoningen (ontwikkeld door het Rijk voor de voormalige KNIL-militairen) heeft een compleet nieuw aanzien gekregen. Aanvankelijk werd geprobeerd de woningen te renoveren; dat leidde niet tot goede levensloopbestendige woningen. Die staan er nu, na de sloop en nieuwbouw, wel. Compleet met bijzonder detail: de bakkeuken waar volop gefrituurd kan worden.

Image

De wandeling door de wijk laat op tal van plekken de vernieuwing zien. Het leidt bij een van de aanwezigen tot de verzuchting: ‘Wat is hier veel gebeurd!’ Op de plek van 60 gesloopte ouderenwoningen verrijst een nieuwe brede school. Langs de Focco Ukenalaan zijn acht koopwoningen en acht huurwoningen gebouwd: architectonisch niet van elkaar te onderscheiden. Ruimte voor collectief particulier opdrachtgeverschap is er ook in Opwierde: een Molukse groep ouderen ontwikkelde een project met 20 appartementen, compleet met ‘huiskamer’ voor de buurt. Een project dat zeer geliefd is in de buurt, ook bij Nederlandse ouderen. Zijn er nog opgaven over? Wel degelijk, zo blijkt. Een breinbreker voor de nabije toekomst is bijvoorbeeld de aanpak van uitgeponde huurwoningen in de wijk. Hoe kunnen particulieren verleid worden mee te investeren? Dat tegen de achtergrond waarbij gemeente en corporaties aanzienlijk minder financiële slagkracht hebben dan bij het begin van de vernieuwingsoperatie.

Excursie Groen voor Rood Delfzijl

‘Nait zoezen maor broezen’ staat er onderop het pontificale bouwbord van het Groen voor Rood-project in Delfzijl – te lezen als ‘handen uit de mouwen!’. Hier is een bijzonder project van start gegaan. 3 hectare grond waar eerst woningen zouden komen, maar die nu door de bewoners worden ingericht tot buurtpark. Het is een ontwikkeling die nauw aansluit bij het beleid dat door de gemeente Delfzijl is ontwikkeld, zo geeft projectleider Pascal Roemers aan. ‘Op 14 november is het Actieplan Dorpen en Wijken vastgesteld, met daarin twee programmalijnen: versterk het wonen en doe dat samen met de bewoners. De opgave is weliswaar groot, maar die moet je niet te ingewikkeld maken.’ Er zijn veel woningen gesloopt en het einde is nog niet in zicht. Het leidt ertoe dat veel terreinen braak komen te liggen. Soms worden daar nieuwe woningen op gebouwd, maar een ontwikkeling tot groengebied is net zo reëel. Roemers: ‘We hebben daar een ABC-methode voor ontwikkeld. A-locaties blijven in beheer bij de gemeente, omdat ze bijvoorbeeld beeldbepalend zijn. B-locaties mogen door bewoners worden ingericht en onderhouden en C-locaties worden verkocht of verpacht.’ Aan de verschillende regimes zijn zo simpel mogelijke voorwaarden verbonden.

Image

De ambitie om bewoners meer bij hun eigen leefomgeving te betrekken heeft ook raakvlakken met het thema participatie. Burgers eerder betrekken verbetert het draagvlak en vergroot de kwaliteit van beleid en projecten, aldus Roemers. Vanuit die optiek werden voor deze 3 hectare ideeën gevraagd. Een kleine 900 ansichtkaarten werden in de wijk verspreid, met de oproep mee te denken en doen. Zo’n 30 bewoners reageerden en nadat de gemeente had toegezegd het gebied bouwrijp op te leveren, kon het planontwikkelingsproces van start gaan. Het aantal enthousiaste bewoners groeide snel. Onder hen Silly Udema, Janneke Stam en Hannie Held. Zij schetsen de inrichting van het nieuwe park, met onder meer een ‘belevenistuin’ en een boomgaard waar straks oude Groningse rassen te bewonderen zijn. Enthousiasme is er volop en ook allerlei sponsors doen mee, maar het blijft lastig om bewoners te vinden die zich structureel aan het project willen verbinden. Een van de oplossingen die daarvoor wordt gevonden is om twee keer per jaar een ‘parkdag’ te organiseren, waarbij het gebied met een grote groep mensen in één keer wordt aangepakt.

_DSC0127

Workshop aanpak particuliere voorraad

Tot aan de kerst wordt er hard gewerkt aan een van de hete hangijzers die Enno Zuidema schetste: de aanpak van de particuliere woningvoorraad. Het is ook een van de vragen in de concept Kennisagenda platform 31 voor krimp in Nederland: hoe stimuleren we particulieren om mee te investeren in de kwaliteit van hun woningen? In den lande zijn er verschillende initiatieven op dit terrein ontwikkeld; zij geven vanmiddag met een korte pitch een kijkje in hun keuken. Met daarbij de vraag: passen deze ideeën in een ‘Groninger’ aanpak voor de particuliere woningvoorraad?

Sytske Raap (gemeente Dongeradeel) gaat in op het Experiment Duurzame en Beschermde Dorpsgezichten. Een aanpak met een subsidieregeling die eigenaren helpt verkrotte panden te verbeteren. Elk dorp krijgt een ontwikkelingsmaatschappij met een vertegenwoordiger uit het dorp zelf, die initiatieven van bewoners gaat ophalen. Aandachtspunten: goede communicatie en een gedegen voorbereiding.

Laura Engelbertink (STEC Groep) geeft inzicht in de HCUP-methode: Hoe Courant is Uw Pand. Een pilot die is ontwikkeld in de Achterhoek, met drie stappen: bewustwording bij particulieren vergroten, ze helpen met tools en een financiering op maat realiseren. Met name in het laatste schuilt de innovatie: banken zijn kritisch in hun kredietbeleid en daarom zit niet voor niets Rabobank aan tafel.

Theo Adema (KAW) presenteert de Stichting Waardebehoud Onroerend Goed, een initiatief van corporatie Lefier. Een driejarig experiment dat panden met een negatieve invloed op de omgeving wil verbeteren of uit de markt nemen. Eerste oogst: 40 eigenaren die meedoen. Hun woningen worden met klusteams aangepakt.

Gert Noordhoff (gemeente De Marne) laat zien hoe zijn gemeente met faciliteren, ondersteunen en handhaven probeert om goedkope koopwoningen van voor 1979 te verbeteren. Panden worden geselecteerd met behulp van de dorpen zelf, eigenaren kunnen subsidie krijgen voor een basispakket of een lening voor een pluspakket.

Tenslotte neemt Alfred Middelkamp van KUUB de aanwezigen mee in de verduurzaming van particuliere woningen in Hoogeveen. Een pilot die vooral inzet op slimme marketing en aansluit bij het ambitieniveau en de timing van de bewoner zelf.

Uit de discussie komt naar voren dat er niet één oplossing voor dit probleem bestaat. Iedere situatie vraagt om maatwerk en daar kunnen deze methodieken prima voor worden ingezet. Resteert één vraag die nog niet is beantwoord: de krimpsloop. Oftewel: hoe vertellen we een particulier dat juist zijn woning gesloopt moet worden?

 

Leave a comment